De man en de vrouw die aan het tafeltje tegenover mij gaan zitten, zijn duidelijk op date. Een eerste date. Dat leid ik af uit de spanning die bijna tastbaar is in de ruimte en de manier waarop ze elkaar aankijken alsof ze willen bepalen in hoeverre de foto’s op hun online profiel overeenstemmen met de werkelijkheid. Zij draagt een driekwartsjeans en een blouse met bloemen. Hij draagt een lichtblauw geruit hemd en een cowboyhoed. Ik haat hem onmiddellijk. Zo, hier zitten we dan, zegt hij. Ja, hier zitten we dan. Ik stel tot mijn grote vreugde vast dat ik ieder woord dat aan die tafel gezegd wordt, luid en duidelijk kan horen. Ik WhatsApp een vriendin: ‘Hier zijn mensen op date! Hij ziet er idioot uit.’Ze overlopen meermaals de menukaart en kunnen maar niet beslissen. Zij vraagt of hij een taartje wil delen. Ik kan me niet beheersen en haal mijn wenkbrauwen naar haar op. Typisch eerste-afspraakjesgedrag is dit. Er is nog die druk om jezelf verfijnder voor te doen dan je bent. Ik heb me daar ook weleens schuldig aan gemaakt, maar ik hield dat nooit lang vol. Hoe dan ook, één stukje taart delen is belachelijk. Hij vindt dat ook en stelt voor om allebei iets te nemen. Hij spreekt met een Brits accent, maar ik zou gezworen hebben dat hij daarnet Amerikaans klonk. Dat was misschien toen hij die hoed nog op had. Zij spreekt ‘savoury’ verkeerd uit. Hij verbetert haar. Die fout komt haar duur te staan, want hij besluit dat het veiliger is dat hij gaat bestellen en voor hen allebei beslist. Hij staat op en verdwijnt naar de toonbank. Zij neemt haar telefoon en begint razendsnel te tikken. Het thuisfront op de hoogte houden. Typisch. Hij komt terug met twee muffins, maar staart tijdens het voorbijgaan zodanig lang zonder enige schroom naar de tomaat-mozzarella focaccia op het bord van de man naast mij, dat het even lijkt alsof hij erbij gaat komen zitten om mee te eten. Mijn buurman en ik wisselen een blik uit. Hij eet zijn muffin zo ostentatief mogelijk en maakt daarbij geluiden die niet helemaal passen in een koffiebar in Ealing om half drie. Ik stuur nog een WhatsAppje: ‘Die man is ZO arrogant. Hoe je zoiets naar rechts swipet, is me een raadsel.’Het gesprek gaat nu over auto’s. Hij vindt het grappig hoe mensen zó oppervlakkig kunnen zijn dat ze een auto kiezen, enkel en alleen omwille van de kleur. Jeetje, wat een eikel. Ze lachen allebei, zij net iets te hard om iemand ervan te overtuigen dat zij niet een van die oppervlakkige autokiezers is. Hij merkt dat ook op en besluit haar meteen aan een test te onderwerpen. Welke auto heeft zij en waarom? Mijn interesse daalt aanzienlijk en de verleiding om verder te kijken naar de make-up tutorial die ik gepauzeerd had, is groot, maar ik heb al zoveel tijd geïnvesteerd in deze prille relatie, dat ik wil weten hoe dit afloopt. Ze vraagt hem of hij nog kinderen wil. Nee, daar is hij wel klaar mee. Zij vindt dat een opluchting en dat zegt ze ook, wat ik best een gedurfde uitspraak vind op een eerste date. Bovendien, zo zegt hij, wonen alle kinderen die hij al heeft bij zijn ex in Duitsland. Opgeruimd staat netjes. Ze vertelt hem over haar reis naar Zuid-Afrika. Hij is daar nog nooit geweest en hij herhaalt vier keer dat hij jaloers is, maar hij klinkt eerder kwaad. Hoe durft zij een eigen leven te hebben. Mijn wenkbrauwen draaien overuren. Ik zou me zorgen maken dat ik te opvallend meeluister, maar zij is te erg bezig met hem te proberen imponeren om dat op te merken, en hij te erg met zichzelf. Ik bedenk me dat, als ik hier de rest van dit afspraakje blijf zitten, ik straks even veel over deze mensen weet als zij over elkaar. Ik vraag me af of ik dan ook mijn mening mag geven. Daar zit best potentieel in, denk ik. Zo’n derde, objectieve partij die een beoordeling geeft op het einde van een date. Ik denk dat dat veel gedoe zou voorkomen. |
